Schil de aardappels en breng met zout aan de kook. Laat 20 à 25 minuten gaar koken. Bereid ondertussen de groentes, snijd de bleekselderij in boogjes en kook de tuinboontjes in een laagje water 10 minuten voor. Laat uitlekken in een vergiet en haal het grijze velletje eraf. Snijd de broccoli en bloemkool in roosjes. Stoom ze in 8 minuten beetgaar. Wrijf de zalmfilets in met de helft van de citroenrasp, peper en zout. Bak de zalm, smelt 25 gr boter en bak de zalm eerst op de velkant 2 minuten aan op hoog vuur. Zet het vuur laag en laat nog 4 minuten zachtjes nagaren. Draai de zalm nu om en bak nog 4 minuten op zacht vuur. Maak de lentestamp, giet de gare aardappeltjes af en verwarm de melk en boter in de pan. Doe de aardappeltjes erbij en stamp het grof met een pureestamper. Voeg een kwart van de citroenrasp toe en de fijngehakte dille. Breng goed op smaak met peper en zout. Schep dan de bleekselderij en de tuinboontjes er luchtig door. Verwarm de broccoli en bloemkoolroosjes in het bakvet van de zalm. Schep de stamppot in een schaal en schik de bloemkool en broccoliroosjes er omheen. Breek de gebakken zalm in flinters en leg deze op de lentestamp. Strooi er tenslotte de rest van de citroenrasp over. Serveer met parten citroen.