Verwarm de oven voor op 200ºC. Splits de eieren en gebruik de dooiers. Roer in een kom 125 gr boter met ⅔ van de suiker tot een glad mengsel. Voeg 250 gr bloem, de eierdooiers en het koude water toe. Kneed tot een soepel deeg. Wrijf in een andere kom de rest van de bloem met de havermout, de rest van de suiker, de rest van de boter en de koekkruiden met vingertoppen door elkaar tot het deeg op kruimels lijkt. Schil en snijd de appels in vieren. Verwijder het klokhuis en snijd de parten in stukjes. Snijd de pruimen in vieren. Schep in een kom de appels, pruimen, bessen en custardpoeder voorzichtig door elkaar. Rol het deeg op een met bloem bestoven werkvlak uit tot een ronde, dunne lap van circa 30 cm. Vet de taartvorm in en bekleed met het deeg. Verdeel het appelmengsel erover. Strooi het kruimeldeeg over de vulling. Schuif de taart iets onder het midden van de oven en bak in circa 60 minuten goudbruin en gaar.